Slow travel wordt genoemd als de trend/movement van deze tijd, and I'm totally here for it. Er is geen exacte definitie van slow travel, maar het komt er op neer dat je de tijd neemt om een bestemming echt goed te leren kennen en volledig op te gaan in de cultuur, in plaats van haastig langs alle bezienswaardigheden rennen. In deze video legt Nathaniel Drew (zijn andere video's zijn ook het kijken waard trouwens) beter uit wat slow travel voor hem betekent, waarom hij het doet en hoe hij het doet. Better Places schreef ook een duidelijk artikel over de voordelen van slow travel.
Een van de grootste voordelen van slow travel is dat het een stuk duurzamer is dan "regulier" reizen. In plaats van dat je vijf keer per jaar op en neer vliegt voor een stedentripje, maak je nu slechts één keer een reis. Dit scheelt ontzettend in de uitstoot van CO2 natuurlijk.
Naast dat slow travel een stuk duurzamer is, vind ik het vooral zo geweldig omdat je een land/stad écht goed leert kennen. Zo heb ik tijdens het derde jaar van mijn studie vijf maanden in Spanje gewoond, en zelfs nu voelt Murcia, de stad waar ik woonde, nog als mijn thuis. Ik studeerde er ook aan de universiteit, dus of je dit echt als reizen kunt bestempelen weet ik niet. Toch heb ik me in die tijd volledig ondergedompeld in de cultuur, vrienden gemaakt, en favoriete restaurantjes ontdekt. Er was zelfs één koffietentje waar ik en mijn vrienden zo vaak kwamen, dat we na een tijdje bij binnenkomst werden begroet met "hola amigos!" (hallo vrienden!). Ik woonde er in een appartementje, deed boodschappen bij de lokale supermarkt, nam zonder problemen de tram (Spanjaarden vroegen mij zelfs regelmatig hoe het tramsysteem werkt) en voelde me helemaal thuis. Doordeweeks studeerde ik aan de universiteit, en in de weekenden pakte ik af en toe de bus voor een dagtripje naar een andere stad in de buurt. Zo bezocht ik bijvoorbeeld (met de bus dus duurzaam!) Granada en Alicante. Maar ook gingen we regelmatig naar lokale markten in de buurt of naar de bioscoop (super grappig, ik zag Mary Poppins 2 en Bohemian Rhapsody nagesynchroniseerd in het Spaans). Ik vond het zo fijn om zo'n langere tijd in het buitenland te zijn, dat ik na vijf maanden eigenlijk nog helemaal niet naar huis wilde.
Het feit dat ik het zo geweldig had gehad in Spanje, zorgde ervoor dat ik een jaar later er weer voor koos om voor langere tijd naar één land te gaan. Deze keer werd het Costa Rica, waar ik drie maanden zou verblijven. Uiteindelijk werden het er twee, door corona, maar ik ben van mening dat je in twee maanden een plek al behoorlijk goed kunt leren kennen. In ieder geval beter dan tijdens een weekend ;-). Tijdens deze twee maanden deed ik een marketing stage in een hostel in San José, via AIESEC. Het hostel waar ik stage liep, was ook direct mijn accommodatie, wat er voor zorgde dat ik versneld super goed bevriend raakte met de jongens die daar werken en met hun vrienden. Als ik daar slechts één nacht of een paar nachten was gebleven, had ik ze nooit zo leren kennen zoals ik ze nu ken. We kookten en aten samen, zongen liedjes als het rustig was en 's avonds speelden we spelletjes. Zij hebben me echt kennis laten maken met de pura vida levensstijl en me laten zien hoe verwelkomend en aardig de Tico's zijn. Ook deze keer reisde ik tijdens de weekenden met het openbaar vervoer naar andere plekken in Costa Rica. Omdat ik dacht na mijn stage nog een maand alleen maar te gaan reizen door CR, bezocht ik in de weekenden ook wat minder bekende plekken, waar andere toeristen niet snel heen gaan als ze maar kort de tijd hebben. Zo maakte ik bijvoorbeeld een wandeling vlakbij Heredia en bezocht ik Grecia en Sarchí. Na slechts 8 weken in Costa Rica voelde ik me ook hier zo thuis, en had ik er een bonus familie bij.
Ik ben dus behoorlijk fan van de slow travel movement, en dan vooral van het verblijven op één plek en vanuit daar dag- of weekendtrips maken. Zo leer je je omgeving heel snel heel goed kennen, en heb je de tijd en ruimte om echte vriendschappen op te bouwen met de mensen die je daar leert kennen (en die daar ook wonen). Daarnaast is het ook een stuk duurzamer dan vluchtig maar vaak reizen naar verschillende bestemmingen.
Mijn vijf maanden in Spanje deed ik via mijn universiteit in Nederland en het programma Erasmus+. De meesten die hieraan meedoen zijn jongeren/studenten, maar ook docenten en professionals kunnen zich hiervoor aanmelden. Verder heb ik mijn stage in Costa Rica via AIESEC gedaan, dit is een organisatie door en voor jongeren die een vrijwilligers project of stage in het buitenland willen doen. Er zijn natuurlijk nog veel meer mogelijkheden om langere tijd in het buitenland te verblijven zonder dat het bakken met geld kost. Denk bijvoorbeeld aan Grenzelooswerk of Workaway. In dit artikel kun je nog meer informatie vinden over waar je aan moet denken als je voor een langere tijd naar het buitenland wil.
Natuurlijk heeft niet iedereen de mogelijkheid om meer dan drie weken per jaar op vakantie te kunnen, maar als je dat wel hebt, raad ik zeker aan om langere tijd naar één bestemming af te reizen. Je krijgt er niet alleen een geweldige ervaring voor terug, het is ook nog een stuk beter voor onze planeet. Zo kunnen we hopelijk nog heel lang langzaam reizen.
Comments